De voorbijganger wees hem de weg ernaartoe en toen de zoeker daar aankwam zag hij dat de wijze man blind was.
“Heer, welke weg heeft u gevolgd om een wijs man te worden?”
“De weg van de astronomie,” antwoordde hij.
“Maar, hoe kan dat, u bent blind!?”
“Liefde, verlangens, gedachten, dromen, verbeelding, verleden en toekomst… Al deze Zonnen, Sterren en Manen kan ik zien,” sprak de blinde astronoom, “jij denkt dat je slechts iets nietigs bent en gaat daarom op zoek naar iets groots, maar het grootste universum huist vanbinnen, in jou.”