de plaatselijke Zen Meester.
De Samoerai was heel beroemd en voor niets of niemand bang,
maar toen hij de genade van de Meester en de harmonie van het moment ervoer, voelde hij zich plotseling heel erg klein en nietig worden.
Hij vroeg de Meester: "Waarom voel ik me zo minderwaardig?
Daarnet was alles nog in orde. Nu, hier bij u, voel ik me klein en onwaardig. Ik heb me nooit eerder zo gevoeld. Vele malen heb ik de dood heldhaftig in de ogen gekeken en nooit voelde ik ook maar een vorm van angst, waarom ben ik nu dan zo bang?"
De Meester zei: "Wacht hier even, wanneer iedereen weg is, zal ik je antwoorden."
Een hele dag lang was het een komen en gaan van mensen die de Meester wilden zien.
De Samoerai wachtte geduldig. Tegen valavond, toen iedereen eindelijk vertrokken was,
nam de Zen Meester de Samoerai mee naar de tuin.
"Kijk eens naar deze bomen," zei hij, "deze boom is veel groter dan de kleine die ernaast staat.
Beiden staan zij sinds jaren naast elkaar en nooit is er tussen hen enig probleem geweest.
De kleinere heeft de grotere boom nooit gevraagd waarom hij zich, in diens nabijheid, zo klein
en nietig voelde. Deze boom is klein en die boom is groot, waarom hebben zij daar nooit een punt
van gemaakt?"
"Omdat ze niet kunnen vergelijken, natuurlijk!" antwoordde de Samoerai een beetje lacherig.
"Nu heb je je antwoord en daar had je, behalve twee bomen, niets of niemand anders voor nodig."
(Een gelijkenis uit de Zen Traditie)