‘O, mijnheer pastoor!’, sprak de man, ‘ik voel onmacht en verdriet omdat mijn dochter ernstig ziek is. Alstublieft, wilt u enkele gebeden voor haar bidden?’
‘Mijn vriend, ik zal verzen van Hoop en Liefde reciteren, dat zal haar genezen.’
‘Wat een onzin!’, riep de arts luid, ‘Deze ouderwetse manieren houden de wetenschappelijke vooruitgang van de geneeskunde tegen, ’t is pure kwakzalverij!’
‘Ezel! Wat weet u in hemelsnaam over de kracht van gebeden!?’, kaatste de pastoor terug.
‘Hoe durft u me zo te noemen en me zo, in het bijzijn van onze gastheer, te vernederen!’
‘Vergeef me alstublieft.’, sprak de priester, ‘Maar als het woord ezel uw gezicht doet rood worden, uw bloedvaten doet uitzetten, uw hart sneller doet slaan en uw adrenaline doet stijgen, dan is het vast en zeker geen onzin te geloven dat woorden van Hoop en Liefde wel degelijk een helende werking hebben.’