Zijn vrouw, die het danig op haar heupen begon te krijgen, knipte het licht aan en vroeg hem geïrriteerd wat er aan de hand was.
“Ach snoepie,” zuchtte de teammanager, “ ’t is het werk. Wat ik ook vraag aan mijn team, ze doen net het tegenovergestelde. Het is alsof ze niet weten wat ze moeten doen.”
“Maar snoezebolleke toch, daar moet je je slaap toch niet voor laten?”
“Toch wel, want als de resultaten niet snel verbeteren, dan...”
“Maar snuffelke toch,” sprak zijn vrouw sussend, “dat is toch niets om je zorgen over te maken, meer zelfs, de oplossing is eigenlijk vrij simpel.”
“Ah ja? Vertel.”
“Stel dat ik je zou vragen,” ging zijn vrouw verder, “om uit het raam te springen, zou je dat dan doen?”
“Wat! Uit het raam springen!?” riep de teammanager uit, “Waarom zou ik dat moeten doen?”
“Omdat het huis in brand staat bijvoorbeeld,” antwoordde de vrouw.
“Ik begin te begrijpen waar je naartoe wil, “ zei de teammanager, “want als ik niet zou springen, zou het gevolg zijn dat ik in de brand achterblijf.”
“Precies!” zei de vrouw, “Je snapt het helemaal en als je dit principe toepast op je team, zullen de resultaten snel verbeteren. Ga nu maar terug slapen lieverd.”
De teammanager had geslapen als een roos en trok die ochtend blijgemutst en opgetogen naar het werk.
Met een zwaai opende hij de deur van het kantoor, riep iedereen samen en zei:
“Beste team, jullie moeten uit het raam springen omdat het huis in brand staat want anders zullen jullie verbranden!”
Tot zijn afgrijzen ontstond er meteen paniek, werden de ramen geopend en sprongen zijn teamleden één voor één naar beneden.