"Eindelijk kan ik rusten" dacht hij, toen hij zich onder het afhangende bladerdek installeerde.
Maar de grond waarop hij lag was hard en hoe meer de pelgrim dit negeerde en zich probeerde te ontspannen, hoe harder de grond leek te worden. "Had ik maar een bed", dacht hij. En er dook warempel een prachtig bed met brandschone, zijdezachte lakens voor hem op!
Zonder het te weten, zat de pelgrim immers onder de legendarische wensboom. Deze boom was in staat om alle wensen die onder zijn takken bedacht en geuit werden te realiseren.
De pelgrim ging op het zachte bed liggen en ontspande zich. Maar zelfs in deze uitermate gunstige omstandigheden kon hij de slaap niet vatten, zijn buik knorde, hij had honger. "Had ik maar iets om te eten," dacht hij luidop. Zijn wens was nog niet koud of daar verscheen, tot zijn blije verbazing, een prachtig gedekte tafel met de meest heerlijke gerechten op.
De pelgrim deed zichzelf een slabbetje om en at en at alsof het zijn laatste avondmaal was. Maar hoe meer hij at, hoe meer voedsel er verscheen. En elke nieuwe schotel was nog heerlijker dan de vorige. Uiteindelijk zei hij vervuld en voldaan: "Pfff, ik heb genoeg, er kan niets meer bij" en op dat moment loste de tafel met al zijn wonderen in het niets voor hem op.
"Wat is dit toch prachtig!", zuchtte hij en een intens gevoel van geluk kwam over hem heen. "Ik zal hier blijven en voor altijd gelukkig zijn."
Maar plotseling deed een vreselijk idee zijn voorhoofd fronsen: "Staat deze streek immers niet bekend om zijn vreselijke tijgers? Wat als ik oog in oog kom te staan met een tijger? Het zou verschrikkelijk zijn om te sterven nu ik de wensboom gevonden heb."
Het was slechts een duizendste van een fractie van een seconde, maar het was voldoende. Vanuit het niets doemde er een schrikbarend grote tijger op die de pelgrim met huid en haar verslond.
En sindsdien staat de wensboom, in die uitgestrekte, zonovergoten vlakte weer alleen. Hij wacht en wacht op de komst van die ene zeldzame mens die zo volkomen en zuiver van hart is dat hij of zij, zonder angst of wantrouwen, in zijn welwillend gezelschap kan verblijven en voor altijd gelukkig zal zijn.