Tijdens een van zijn vele veldtochten echter, werd hij door een verdwaalde pijl in het oog geraakt, sindsdien was hij aan één kant blind.
De Koning liet drie van de meest befaamde portretschilders ter wereld bij hem komen en zei: “Ieder van jullie moet mijn portret schilderen maar let op, als ik er niet tevreden over ben, dan laat ik u vierendelen en als voedsel voor de honden dienen. Maar als het daarentegen mijn goedkeuring kan wegdragen, zal ik u er uitermate gul voor belonen met een hoeveelheid goud en sieraden die uw stoutste dromen zullen overtreffen.”
De eerste schilder ging aan het werk en maakte een portret van de koning zoals hij werkelijk was. Niemand ter wereld kon zo goed en gedetailleerd een blind oog schilderen als hij. Het mocht echter niet baten, de Koning liet hem zonder pardon en onder het mom van respectloosheid executeren.
De tweede schilder produceerde een portret met twee perfecte ogen. Trots toonde hij zijn werk en keek daarbij in het rond om te zien of zijn beloning al onderweg was. Maar ook hem liet de Koning een kopje kleiner maken, deze keer op beschuldiging van vervalsing en bedrog.
De derde schilder stond nu voor een waar dilemma, een kwestie van leven of dood. Gezien de lotgevallen van zijn voorgangers, wilde hij de werkelijkheid niet ontkennen, noch geweld aandoen door haar te vervalsen.
Na enkele uren zweten en zwoegen was het portret klaar, tot grote tevredenheid van de Koning trouwens. Hij beloonde de schilder uitvoerig voor het geleverde werk en verleende hem zelfs de status van hofschilder.
Sindsdien werd deze Koning enkel nog in profiel geportretteerd waarbij zijn goede oog eenieder vanop het doek doordringend en heldhaftig aankijkt en het blinde oog aan ieders zicht onttrokken blijft.