Maar misschien kon hij er toch nog munt uitslaan en met zijn meest professionele glimlach hield hij de viool in de lucht en riep:
"Komt dat zien! Komt dat zien!"
"Wie wil er bieden, wie tast in zijn buidel, wie geeft iets uit?”
"Eén euro? Ja daar, twee euro voor meneer! Twee euro, slechts twee euro? Wie biedt meer? Iemand drie euro, drie euro eenmaal, drie euro andermaal, iemand voor drie euro...?"
Niemand wilde drie euro bieden.
Vanuit een hoek, achter in de veilingzaal, kwam een jongeman naar voren gelopen. Hij betaalde vijf euro en nam het instrument uit handen van de veilingmeester, blies krachtig het stof weg, spande de losse snaren aan, nam de strijkstok in de hand en speelde vervolgens een melodie zo zuiver en zoet als het zingen van een nachtegaal in het Aards Paradijs.
En terwijl de jongeman met liefdevolle overgave dit prachtige instrument bespeelde, werden de aanwezigen geroerd en geleid naar het binnenste van hun hart.
Want net zoals de oude viool, worden ook mensen door de tijd getekend en gehavend, onder het stof van zorgen en verdriet bedolven en mogelijk als oninteressant of van weinig waarde beschouwd.
Maar in handen van iemand die oog heeft voor wat er onder het oppervlak te vinden is, ontdekken zij opnieuw hun verborgen mogelijkheden en virtuoze levenskracht.