De vriend die was geslagen zei niets, ging neerzitten en schreef in het zand: "Vandaag heeft mijn beste vriend me in het gezicht geslagen."
Beide vrienden zetten hun tocht zwijgzaam en verbeten voort en komen na vele uren eindelijk aan bij een oase waar ze zich kunnen verfrissen. De vriend, die eerder die dag door de andere geslagen was, sprong meteen en onbezonnen in de waterpoel en dreigde, door de diepte verrast, te verdrinken. De andere vriend sprong hem echter onmiddellijk na en redde zijn leven.
Terug op het droge, nam de man zijn mes en kerfde in een steen: "Vandaag heeft mijn beste vriend mijn leven gered."
Geïntrigeerd, vroeg de ander: "Hoe komt het, dat toen ik je pijn had gedaan, je in het zand begon te schrijven en nu, nadat ik je gered heb in een steen begint te kerven?"
Breed glimlachend, antwoordde de ander: "Als een goede vriend mij pijnlijk beledigt dan vertrouw ik dat toe aan het zand zodat de wind van vergeetachtigheid en de regen van vergeving het kunnen uitwissen. En als er iets geweldigs tussen ons gebeurt dan kerf ik dat in steen, waar wind noch regen het kunnen wegvagen…"