Een lekke band had die ochtend voor uren vertraging gezorgd, de elektrische zaag moest het per se vandaag laten afweten en de hamer leek liever op vingers dan op spijkers te kloppen, en nu deze dag van tegenslag bijna ten einde was, wilde tot overmaat van ramp zijn bestelwagen niet meer starten!
Zijn opdrachtgever had het allemaal zien gebeuren en bood de arme man een lift naar huis aan. Tijdens de rit keek de onfortuinlijke aannemer dreigend ijzig voor zich uit en hoewel hij geen woord zei, leek het alsof hij binnensmonds heel de wereld vervloekte.
Eindelijk aangekomen, nodigde de aannemer zijn opdrachtgever uit om zijn familie te ontmoeten. Terwijl ze beiden naar de deur liepen, hield de aannemer even halt bij de grote treurwilg in de voortuin, streelde enkele van haar takken en begon er stilletjes tegen te praten.
Bij het openen van de deur leek het alsof de aannemer compleet veranderd was. Oprecht opgewekt en blij liep hij naar binnen, knuffelde de kinderen en kuste uitbundig zijn vrouw.
Na de kennismaking, het uitwisselen van beleefdheden bij koffie en taart, was het tijd om op te stappen. De aannemer liep samen met de opdrachtgever terug naar diens auto. Net voorbij de treurwilg kon deze laatste het niet laten en vroeg de aannemer nieuwsgierig naar wat hij hem eerder bij de boom had zien doen.
“Oh, dat,” antwoordde de aannemer, “dat is de boom waaraan ik al mijn problemen ophang voordat ik het huis binnenstap. Werk is immers werk en thuis is thuis, daar is daar en niet hier. Dus elke avond wanneer ik van het werk terugkom laat ik de beslommeringen en problemen achter in de boom en elke ochtend wanneer ik opnieuw naar het werk vertrek, haal ik ze er terug uit.”
Ze keken samen even op naar de statig treurende wilg. Het was een grote boom met lange, kromme, afhangende takken en zilvergroene bladeren.
“Het grappige is,” ging de aannemer lachend verder, “dat er de volgende dag altijd minder problemen overblijven dan ik er in gehangen heb.”